Aansprakelijkheid van bestuurder

Wanneer u als bestuurder van een rechtspersoon handelt is het uitgangspunt dat alleen de rechtspersoon daarvoor aansprakelijk is. Onder bijzondere omstandigheden kunt u als bestuurder echter ook persoonlijk, in privé, aansprakelijk worden gehouden. Bijvoorbeeld door de rechtspersoon, een curator (in faillissement) of schuldeiser. Verdonk Advocaten heeft decennia ervaring met bestuurdersaansprakelijkheid, zowel binnen als buiten faillissement. Hulp nodig? Wij kunnen helpen.

 

Contact opnemen

Interne en externe aansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid heeft twee perspectieven. Ten eerste is er de interne aansprakelijkheid jegens de vennootschap namens wie u handelt. Ten tweede is er de externe aansprakelijkheid jegens derden tegenover wie u als bestuurder rechtstreeks onrechtmatig heeft gehandeld.   

Bestuurdersaansprakelijkheid: interne aansprakelijkheid bestuurder

Interne aansprakelijkheid betreft aansprakelijkheid van de bestuurder jegens de vennootschap. Hiervan is sprake als een bestuurder zijn/haar taak niet behoorlijk (dus onbehoorlijk) vervult en de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt van deze onbehoorlijke taakvervulling. De bestuurder zal dan aansprakelijk zijn voor eventuele schade die de vennootschap als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling lijdt (art. 2:9 BW).

Bestuurdersaansprakelijkheid: externe aansprakelijkheid bestuurder

Externe aansprakelijk betreft aansprakelijkheid jegens één of meerdere schuldeisers van de vennootschap. Daarvan is sprake wanneer de bestuurder van zijn/haar handelen een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. In die gevallen wordt aangenomen dat de bestuurder een onrechtmatige daad pleegt tegenover de schuldeisers.

Onbehoorlijke taakvervulling door bestuurder

Bij het schenden van concrete voorschriften doorgaans leiden tot de conclusie dat er sprake is van onbehoorlijke taakvervulling. Denk bijvoorbeeld aan:  

  • het niet tijdig melden van betalingsonmacht in verband met de betaling van belastingschulden of het voldoen van pensioenpremies;
  • niet voldoen aan de toetsingseisen voor een dividenduitkering (balanstest en uitkeringstoets), en bij
  • niet voldoen aan deponerings- en publicatieverplichtingen. 

In hoeverre een bestuurder diens taken onbehoorlijk vervult in minder concrete gevallen en/of de bestuurder daarvan een persoonlijk (ernstig) verwijt worden gemaakt, moet telkens beoordeeld worden naar alle omstandigheden van het geval.

Kennelijk onbehoorlijk bestuur bij faillissement

De curator krijgt ingeval van een faillissement een extra mogelijkheid om bestuurders aansprakelijk te stellen (naast art. 2:9 BW). Namelijk wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur, wanneer aannemelijk is dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement (art. 2:248 lid 1 BW). De bestuurder is dan aansprakelijk voor het volledige boedeltekort (het tekort na vereffening in faillissement). 

Administratieplicht en deponeringsplicht

Art. 2:248 lid 2 BW schrijft daarbij voor dat als niet is voldaan aan de verplichting een deugdelijke administratie bij te houden (art. 2:10 BW) en jaarrekeningen tijdig te deponeren (art. 2:394 BW) direct vaststaat dat (onweerlegbaar) sprake is van onbehoorlijk taakvervulling  en (weerlegbaar) wordt aangenomen dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Maar ook buiten het geval in lid 2 zijn vele gevallen van onbehoorlijke taakvervulling denkbaar die ten grondslag kunnen liggen aan een faillissement. Een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling als in art. 2:248 BW is dus niet beperkt tot administratie- en deponeringsverplichtingen.  

Uitgangspunt: hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurder

Als er meerdere bestuurders zijn dan is het uitgangspunt doorgaans dat iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is. Wel kan een bestuurder zich onder omstandigheden disculperen van deze aansprakelijkheid. Een beroep op onwetendheid of het feit dat de bestuurder zelf niet heeft gehandeld is dan onvoldoende. De bestuurder moet aantonen dat de tekortkoming niet aan hem/haar te wijten is en moet aantonen dat hij/zij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om het onbehoorlijke bestuur te voorkomen.

Disculperen aansprakelijkheid

In bepaalde gevallen kan het bestuurder en/of individuele bestuurders vragen aansprakelijkheid te verminderen. 

Rechtspersoon als bestuurder

Wanneer een rechtspersoon de bestuurdersfunctie invult prikt de aansprakelijkheid door de rechtspersoon (of -personen) tot de eerste bestuurderspositie die wordt ingevuld door een natuurlijk persoon (art. 2:11 BW).

Alom reden om u goed te laten informeren. 

Advocaten:

  1. Robert Verdonk
  2. Rimar Goudberg
  3. Bjernt van Popta
  4. Jasper Verdonk

Bekijk onze rechtsgebieden